Lange tijd bekend onder de naam : Chiens de Berger français de Plaine (Franse herdershonden van de vlakte). Het was in 1809, in abt Rozier’s “Cours complet d’agriculture” dat de naam “Chien de Brie” voor het eerst verscheen. Deze honden werden gefokt en geselecteerd op hun aanleg voor het drijven en bewaken van schaapskudden. Door het Franse leger werden tijdens de twee wereldoorlogen Briards gebruikt als waakhond en als reddingshond bij het zoeken naar gewonden op het slagveld.
Gespierde hals, goed uit de schouders komend.
Gaaf, laag gedragen, tenminste tot de hak reikend, zonder naar links of naar rechts af te buigen, in een lichte haak in een J-vorm gedragen. In actie mag de staart hoger, in het verlengde van de bovenbelijning, gedragen worden.
Regelmatig, soepel, harmonieus, op zo’n manier dat de hond zich verplaatst en zijn werk doet met een minimum aan inspanning en vermoeienis. De Berger de Brie dient een gestrekte draf te hebben, ruim uitgrijpend met goede stuwing vanuit de achterhand.
Elke afwijking van de voorgaande punten moet als fout aangemerkt worden, maar naarmate de ernst en de gevolgen voor de gezondheid en het welzijn van de hond, zwaarder worden aangerekend.
Iedere hond die een duidelijke fysieke afwijking heeft of abnormaal gedrag vertoont zal worden gediskwalificeerd.
Reuen moeten twee normaal ontwikkelde volledig in het scrotum ingedaalde testikels bezitten.