Skip to main content

Statuten

Vastgesteld tijdens de Algemene Ledenvergadering d.d. 20 april 2000 en goedgekeurd door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland.


ARTIKEL 1
Naam en zetel

  1. De vereniging draagt de naam: Nederlandsche Briard Club.
  2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Rotterdam.
  3. De vereniging is opgericht op zes april negentienhonderd tweeënveertig.
  4. Zij is in 2000 toegetreden tot de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, hierna te noemen Raad van Beheer.

ARTIKEL 2
Doel

  1. De vereniging heeft ten doel om:
    a.  fokkers en liefhebbers van Briards nader tot elkaar te brengen en geïnteresseerden voor de fokkerij van dit ras in Nederland voor te lichten;
    b.  de kenmerken van de Briard in het ras te bewaren;
    c.  de werkeigenschappen onder praktische omstandigheden te toetsen;
    d. negatieve invloeden uitgaande van een eenzijdig fokbeleid, dat gericht is op óf exterieur, óf gedrag en gehoorzaamheid, óf wedstrijdelementen en dergelijke te voorkomen;
    e.  al hetgeen te verrichten wat met het voorgaande in de ruimste zin verband houdt.
  2. Zij tracht dit doel onder meer te bereiken door:
    a.  het houden van vergaderingen;
    b.  het doen houden van lezingen en het geven van cursussen op kynologisch gebied;
    c.  de uitgifte van een clubblad voor de leden;
    d. het houden en steunen van inventarisatiebijeenkomsten, karaktertesten en/of instinctproeven, clubmatches, tentoonstellingen en dergelijke;
    e. het bevorderen van deelname aan diverse vormen van trainingen en onderricht, zoals gehoorzaamheids- en behendigheidscursussen, het hoeden en drijven van vee of het doen uitvoeren van reddingswerkzaamheden;
    f.  haar leden voor te lichten bij aankoop, import, dekking, benevens alles wat de fokkerij van Briards betreft;
    g. het bevorderen van het inschrijven zowel van nesten als van enkele honden in de Nederlandse hondenstamboekhouding en van het laten registreren van kennelnamen bij de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, gevestigd te Amsterdam;
    h. het bevorderen van de vorming en de instandhouding van een goed keurmeestercorps;
    i.  het bestrijden van dierenmishandeling;
    j. andere wettige middelen, die aan het doel bevorderlijk zijn of kunnen zijn, mits niet in strijd met de statuten, reglementen en wettige besluiten van de Raad van Beheer.
  3. In het bijzonder acht de vereniging het tot haar taak om te trachten de mentaliteit in de kynologie, zowel nationaal als internationaal, zodanig om te buigen dat het verkleinen van de oorschelp definitief tot het verleden gaat behoren.

ARTIKEL 3
Duur en boekjaar

  1. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.
  2. Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar.

ARTIKEL 4
Lidmaatschap

  1. De vereniging kent gewone leden, medeleden ereleden en donateurs.
  2. Gewone leden zijn natuurlijke personen die als zodanig overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 zijn toegelaten en de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt.
  3. Medeleden zijn natuurlijke personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, die voldoen aan de desbetreffende categorieomschrijving in het huishoudelijk reglement en als zodanig zijn toegelaten.
  4. Ereleden zijn zij, die daartoe door de algemene ledenvergadering met een meerderheid van tenminste tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen zijn benoemd wegens hun buitengewone verdiensten voor de vereniging of voor de doelstelling van de vereniging.
  5. Donateurs zijn zij, die zich jegens de vereniging tot wederopzegging hebben gebonden tot het betalen van een jaarlijkse donatie, waarvan het minimumbedrag door de algemene ledenvergadering wordt vastgesteld.
  6. Waar in deze statuten wordt gesproken over leden worden daaronder de gewone leden, de medeleden en de ereleden verstaand, tenzij het tegendeel blijkt.
  7. Het lidmaatschap is persoonlijk en kan mitsdien niet worden overgedragen of door erfopvolging worden verkregen.

ARTIKEL 5
Toelating en ballotage

  1. Als gewoon lid of medelid kan men worden toegelaten nadat men een verzoek daartoe schriftelijk bij de ledenadministratie heeft ingediend onder overlegging van door het bestuur vast te stellen gegevens.
  2. De ledenadministratie doet, na zich ervan te hebben overtuigd of de kandidaat voldoet aan de vereisten vermeld in artikel 4, in het clubblad mededeling van de aanmelding en van zijn bevindingen aan de leden.
  3. De leden dienen binnen veertien dagen na datum van publicatie in het clubblad hun gemotiveerde bezwaar omtrent de toelating van de betrokkene aan het secretariaat schriftelijk kenbaar te maken. Het secretariaat zal zorg dragen voor toezending van een afschrift hiervan aan de betrokkene.
  4. Het bestuur beslist vervolgens over de toelating.
  5. De secretaris geeft van een met redenen omklede negatieve beslissing met betrekking tot het toelaten schriftelijk kennis aan de kandidaat binnen 10 werkdagen.
  6. Beroep tegen de beslissing als genoemd in lid 4 is mogelijk bij de algemene ledenvergadering. In tegenstelling tot het gestelde in artikel 12 lid 1, heeft betrokkene voor het voeren van zijn verweer bij de behandeling van zijn beroep toegang tot de Algemene Ledenvergadering waar dit beroep geagendeerd is.
  7. Het bestuur houdt een register bij waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen.
  8. Als donateur kan men worden toegelaten, nadat men een verzoek daartoe schriftelijk met een opgave van de in het jaar van toelating te betalen donatie bij het bestuur heeft ingediend. Het bestuur beslist over de toelating.

ARTIKEL 6
Schorsing

  1. Het bestuur is bevoegd een lid te schorsen indien deze zijn contributie niet heeft voldaan voor één april van het  desbetreffende verenigingsjaar.
  2. Gedurende de periode, waarin het lid is geschorst, kan hij de aan zijn lidmaatschap verbonden rechten niet uitoefenen.
  3. Indien het lid wordt geschorst wegens het niet voldoen van de contributie, vervalt het recht op ontvangst van het clubblad.
  4. Het bestuur zal de beslissing tot schorsing schriftelijk kenbaar maken aan betrokkene.
  5. Indien het geschorste lid niet binnen één maand na datum schorsing alsnog zijn contributie voldoet, wordt de schorsing gehandhaafd en het lidmaatschap van betrokkene per einde verenigingsjaar geacht te zijn beëindigd.

ARTIKEL 7
Einde van het lidmaatschap

  1. Het lidmaatschap eindigt:
    a.  door overlijden van het lid;
    b.  door opzegging door het lid;
    c.  door opzegging namens de vereniging;
    d.  door ontzetting.
  2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts plaatsvinden tegen het einde van het verenigingsjaar. Zij geschiedt door een schriftelijke kennisgeving aan de ledenadministratie, die vóór één december in het bezit van de secretaris moet zijn. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgehad, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het volgende verenigingsjaar, tenzij het bestuur anders beslist of van het lid redelijkerwijs niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren.
  3. Onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap door opzegging is voor het lid voorts mogelijk:
    a.  binnen één maand nadat een besluit waarbij de rechten van de leden zijn beperkt of hun verplichtingen zijn verzwaard aan het lid bekend is geworden of is meegedeeld. Het besluit is alsdan niet op dat lid van toepassing. Een lid is evenwel niet bevoegd door opzegging een besluit waarbij de verplichtingen van geldelijke aard van de leden zijn verzwaard te zijnen opzichte uit te sluiten;
    b.  binnen één maand nadat een besluit tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm of tot fusie aan hem is meegedeeld.
  4. Opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging kan tegen het einde van het lopende verenigingsjaar door het bestuur worden gedaan, met inachtneming van een opzeggingstermijn van tenminste vier weken, wanneer een lid na daartoe schriftelijk te zijn aangemaand op één december niet volledig aan zijn geldelijke verplichtingen jegens de vereniging over het lopende verenigingsjaar heeft voldaan, alsmede wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten, die door de statuten voor het lidmaatschap worden gesteld. Deze opzegging kan onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap tot gevolg hebben, wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren. De opzegging geschiedt steeds schriftelijk met opgave van redenen.
  5. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken, wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Zij geschiedt door het bestuur, dat het lid zo spoedig mogelijk van het besluit in kennis stelt met opgave van de redenen. Het betrokken lid is bevoegd binnen één maand na de ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij het bestuur. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
  6. In geval van schorsing (behoudens in het geval van niet betalen van contributie), opzegging of ontzetting heeft betrokkene het recht behandeling te verlangen op de eerstvolgende algemene ledenvergadering. In tegenstelling tot het gestelde in artikel 12 lid 1 heeft betrokkene voor het voeren van zijn verweer bij de behandeling van zijn beroep toegang tot de algemene ledenvergadering waar dit beroep geagendeerd is.
  7. Het bestuur zal elk besluit aangaande schorsing, opzegging en ontzetting publiceren in het clubblad.
  8. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, ongeacht de reden of oorzaak, blijft toch de bijdrage voor dat jaar door het lid volledig verschuldigd, tenzij het bestuur anders beslist.

ARTIKEL 8
Bestuur

  1. Het bestuur bestaat uit tenminste vijf en maximaal negen personen. Het aantal bestuursleden wordt door de algemene ledenvergadering vastgesteld.
  2. De bestuursleden worden door de algemene ledenvergadering uit de leden benoemd. Zij worden benoemd voor een periode van drie jaar.
  3. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 4. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als tenminste tien leden. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering medegedeeld. Een voordracht door tien of meer leden moet tenminste eenentwintig dagen voor de aanvang van een vergadering schriftelijk bij het bestuur zijn ingediend.
  4. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met tenminste tweederde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene ledenvergadering.
  5. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene ledenvergadering overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de algemene ledenvergadering vrij in haar keuze.
  6. Indien slechts één voordracht is opgemaakt, wordt het in die voordracht vermelde lid geacht benoemd te zijn, onverminderd de gelding van het bepaalde in lid 4 van dit artikel.
  7. Indien er meer dan een bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
  8. Het bestuur kiest uit zijn midden een secretaris en een penningmeester. De voorzitter wordt door de algemene vergadering gekozen. De functies van secretaris en penningmeester kunnen door een persoon worden vervuld. De voorzitter, secretaris en penningmeester vormen tezamen het dagelijks bestuur.
  9. Op de vergadering en de besluitvorming van het bestuur is het bepaalde in de artikelen 12 en 13 voor zoveel mogelijk van toepassing.
  10. Het oordeel van de voorzitter omtrent de uitleg en/of de inhoud van een stemming is niet beslissend.

ARTIKEL 9
Einde bestuurslidmaatschap

  1. Het bestuurslidmaatschap eindigt door:
    a.  beëindiging van het lidmaatschap van de vereniging;
    b.  opzegging door het bestuurslid;
    c.  verstrijken van de benoemingsperiode, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden;
    d.  ontslag door de algemene ledenvergadering.
  2. Een bestuurslid is op elk moment bevoegd ontslag te nemen, mits dit schriftelijk geschiedt met een opzeggingstermijn van tenminste drie maanden.
  3. Een aftredend bestuurslid is terstond herkiesbaar, tenzij hij/zij reeds gedurende drie volledige opeenvolgende perioden van drie jaar in het bestuur zitting heeft gehad, in welk geval hij/zij pas in het volgende verenigingsjaar opnieuw voorgedragen kan worden. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd neemt de plaats van zijn voorganger in, behoudens wanneer dit geschiedt in de statutair laatste zittingsperiode, in welk geval dit bestuurslid nog éénmaal verkiesbaar is.
  4. De algemene ledenvergadering kan een bestuurslid schorsen of ontslaan, indien zij daartoe termen aanwezig acht, mits het besluit hiertoe wordt genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen.

ARTIKEL 10
Bestuurstaak; Vertegenwoordiging

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging.
  2. Indien het aantal bestuursleden beneden vijf is gedaald blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene ledenvergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.
  3. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd.
  4. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene ledenvergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheid voor een schuld van een derde verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan.
  5. Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de algemene ledenvergadering voor besluiten tot:
    1. onverminderd het bepaalde onder 2, het aangaan van rechtshandelingen en van verplichtingen een jaarlijks door de algemene ledenvergadering vast te stellen bedrag of waarde te boven gaande;
    2.a.  het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van  onroerende zaken;
    b.  het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een bankkrediet wordt verleend;
    c.  het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruikmaken van een aan de vereniging verleend bankkrediet;
    d.  het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van conservatoir maatregelen en van het nemen van die rechtsmaatregelen, die geen uitstel kunnen lijden;
    e. het aangaan van dadingen;
    f. het sluiten en wijzigen van arbeidsovereenkomsten.
  6. Voor het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot geldleningen, het kopen, vervreemden, bezwaren, huren of verhuren van registergoederen en het sluiten van overeenkomsten, waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt, behoeft het bestuur de goedkeuring van de algemene ledenvergadering.
  7. a. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging in en buiten rechte.
    b. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan:
    – de voorzitter en secretaris gezamenlijk;
    – drie gezamenlijk handelende bestuursleden.

ARTIKEL 11
Algemene ledenvergaderingen

  1. De algemene ledenvergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur met inachtneming van een termijn van tenminste veertien dagen door middel van een aan de adressen van alle leden te verzenden schriftelijke mededeling of bij oproeping via een advertentie in tenminste één veel gelezen landelijk dagblad. De termijn voor de oproeping tot een vergadering waarbij een voorziening in vacatures aan de orde komt bedraagt acht weken.
  2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene ledenvergadering – de jaarvergadering – gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
    a.  het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 15 met het verslag van de aldaar bedoelde commissie;
    b.  de benoeming van de in artikel 15 genoemde commissie voor het volgende verenigingsjaar;
    c.  voorziening in eventuele vacatures;
    d.  voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
  3. Algemene ledenvergaderingen worden gehouden wanneer het bestuur dit wenselijk of noodzakelijk acht of wanneer dit schriftelijk met opgave van de te behandelen onderwerpen wordt verzocht door tenminste vijftig leden, tenzij het aantal leden daalt beneden vijfhonderd, in welk geval dit verzoek kan worden gedaan door tenminste eentiende gedeelte van het aantal leden.
  4. Na ontvangst van het in lid 3 bedoelde verzoek is het bestuur verplicht tot bijeenroeping van een algemene ledenvergadering, die ten hoogste vier weken na de indiening van het verzoek moet worden gehouden. Indien het bestuur aan het verzoek binnen veertien dagen, nadat het dit heeft ontvangen, geen gevolg geeft, kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping overgaan op de wijze, die is voorgeschreven voor bijeenroeping van algemene ledenvergaderingen door het bestuur.
  5. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.

ARTIKEL 12
Toegang, stemrecht en besluitvorming

  1. Alle leden, met uitzondering van geschorste leden, hebben toegang tot de algemene ledenvergadering. De gewone leden, medeleden en ereleden hebben daarin ieder één stem.
  2. Stemmingen over personen geschieden schriftelijk. Alle overige stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of minstens eentwintigste deel van de aanwezige stemgerechtigden zulks voor de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt met ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij minstens eentwinstigste deel der aanwezige stemgerechtigden hoofdelijke stemming verlangt.
  3. Over alle voorstellen betreffende zaken wordt beslist met een gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, voor zover de statuten niet anders bepalen. Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
  4. Bij stemming over personen is hij gekozen, die de gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien niemand die meerderheid heeft verkregen, wordt een tweede stemming gehouden tussen de twee personen, die het hoogste aantal stemmen hadden verworven, of, als meer dan twee personen het hoogste aantal stemmen hadden verworven, tussen die personen, en is hij gekozen, die bij die tweede stemming de meeste stemmen op zich heeft verenigd. Indien bij die tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot. De stemmingen geschieden door middel van ongetekende stembriefjes. Stembriefjes, die niet zijn ingevuld of waarop meer dan de naam van één kandidaat is ingevuld, zijn ongeldig.
  5. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn zij niet in een vergadering bijeen, heeft, mits het is genomen met voorkennis van het bestuur, dezelfde kracht als een besluit van de algemene ledenvergadering. Een dergelijk besluit wordt door de secretaris aangetekend in het notulenboek, terwijl er melding van wordt gemaakt in de eerstvolgende algemene ledenvergadering.
  6. Zolang in een algemene ledenvergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen – dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding – ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.
  7. Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
  8. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  9. Ieder (mede-)lid der vereniging kan zich door een daartoe schriftelijk gemachtigd (mede-)lid ter algemene ledenvergadering doen vertegenwoordigen, mits deze tot de volmachtgever in verhouding staat als in artikel 4 lid 3 der statuten bedoeld. Een zodanige volmacht dient schriftelijk en ter zake van elke algemene ledenvergadering afzonderlijk te worden verleend, terwijl elke zodanige volmacht voor de aanvang der desbetreffende algemene ledenvergadering in het bezit van het bestuur dient te zijn gesteld, bij gebreke waarvan in de vergadering van de volmacht niet rechtsgeldig gebruik kan worden gemaakt.Een (mede-)lid der vereniging kan ter algemene ledenvergadering slechts één (mede-)lid vertegenwoordigen.Het bestuur kan een model vaststellen, volgens de inhoud waarvan elke volmacht als hier bedoeld moet worden verleend. Het bestuur brengt de inhoud van zodanig model ter kennis van de leden, hetzij door middel van publicatie in het orgaan der vereniging, hetzij op andere wijze.

ARTIKEL 13
Voorzitterschap, notulen

  1. De voorzitter van het bestuur leidt de algemene ledenvergadering. Bij zijn afwezigheid of ontstentenis zal een van de andere bestuursleden als leider van de vergadering optreden. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelf.
  2. Van het in de algemene ledenvergadering verhandelde worden door de secretaris of door een door de voorzitter aan te wijzen lid van de vereniging notulen gemaakt. Deze notulen worden door de eerstvolgende algemene ledenvergadering vastgesteld.

ARTIKEL 14
Geldmiddelen

  1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit contributies van de leden, donaties van de donateurs, entreegelden, schenkingen, erfstellingen, legaten en alle overige baten.
  2. Ieder lid betaalt een contributie, waarvan het bedrag jaarlijks door de algemene ledenvergadering wordt vastgesteld. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld die verschillende contributie betalen.
  3. Nieuwe leden betalen een entreegeld, waarvan het bedrag jaarlijks door de algemene ledenvergadering wordt vastgesteld.
  4. Ereleden zijn van betaling van een contributie vrijgesteld.
  5. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot betalen van een bijdrage te verlenen.

ARTIKEL 15
Jaarverslag/rekening en verantwoording

  1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden dat daaruit ten allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
  2. Het bestuur brengt op een algemene ledenvergadering binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene ledenvergadering, zijn jaarverslag uit en doet, onder leverlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur.
  3. De algemene ledenvergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie van tenminste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de algemene ledenvergadering verslag van haar bevindingen uit.
  4. Vereist een onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan ten behoeve van de commissie van onderzoek een deskundige worden benoemd, hetzij door de commissie zelf, hetzij door de algemene ledenvergadering. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te vertonen en inzage van de boeken en de bescheiden der vereniging te geven.
  5. De last aan de externe deskundige kan te allen tijde worden herroepen doch uitsluitend door de algemene ledenvergadering.

ARTIKEL 16
Huishoudelijk reglement

  1. De algemene ledenvergadering kan bij huishoudelijk reglement nadere regels vaststellen omtrent alle onderwerpen, waarvan de regeling haar gewenst voorkomt.
  2. Het huishoudelijk reglement kan door de algemene ledenvergadering worden gewijzigd, aangevuld of ingetrokken, mits het voorstel daartoe in de oproeping tot de vergadering is vermeld.
  3. Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten, die in strijd zijn met de wet of de statuten.

ARTIKEL 17
Verhouding tot de vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland

  1. De Nederlandsche Briard Club ontleent haar rechten aan de statuten, huishoudelijk reglement en overige reglementen van de Raad van Beheer en verplicht zich zonder voorbehoud tot naleving van die statuten, reglementen en wettig genomen besluiten van de Raad van Beheer.
  2. De Nederlandsche Briard Club aanvaardt zonder voorbehoud de rechtsmacht van de Geschillencommissie voor de Kynologie en het Tuchtcollege voor de Kynologie, zoals weergegeven in de statuten en het huishoudelijk reglement van de Raad van Beheer.
  3. De leden van de Nederlandsche Briard Club zijn jegens het Clubbestuur tot hetzelfde gehouden als waartoe de Nederlandsche Briard Club vanwege haar lidmaatschap jegens de Raad van Beheer zal zijn gehouden op grond van de statuten en reglementen van de Raad van Beheer en de door de organen van de Raad van Beheer wettig genomen besluiten.
  4. De Nederlandsche Briard Club is bevoegd tot het opleggen van verplichtingen van de leden jegens de Raad van Beheer, waarbij al hetgeen waartoe de Nederlandsche Briard Club is gehouden uit hoofde van het bepaalde in de statuten en de reglementen van de Raad van Beheer ook geldt als verplichtingen die de leden van de Nederlandsche Briard Club rechtstreeks jegens de Raad van Beheer hebben in de zin van artikel 46, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

ARTIKEL 18
Statutenwijziging

  1. Wijziging van de statuten kan slechts geschieden door een besluit van de algemene ledenvergadering in een vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat daarin wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor de oproeping tot die vergadering moet tenminste acht weken bedragen.
  2. Degenen, die de oproeping tot die vergadering hebben gedaan, moeten tenminste veertien dagen vóór die vergadering een afschrift van het voorstel, waarin de wijzigingen woordelijk zijn opgenomen, voor alle leden ter inzage leggen tot en met de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
  3. Het besluit tot wijziging van de statuten kan slechts worden genomen in een vergadering, waarin tenminste tweederde van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd is en met een meerderheid van tenminste tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen. Indien niet het vereiste aantal leden aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt binnen zesentwintig weken daarna een tweede vergadering gehouden, waarin het voorstel kan worden aangenomen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, mits met een meerderheid van tenminste tweederde van de geldig uitgebracht stemmen.
  4. Een bepaling van deze statuten, die de bevoegdheid tot wijziging van een of meer andere bepalingen beperkt, kan slechts worden gewijzigd met inachtneming van die beperking.
  5. Een wijziging van de statuten behoeft de goedkeuring van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland.
  6. De wijziging van de statuten treedt eerst in werking, nadat daarvan notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is ieder bestuurslid afzonderlijk bevoegd.
  7. Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de in lid 6 bedoelde akte van de volledige tekst van de na de wijziging geldende statuten neer te leggen ten kantore van het verenigingenregister gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken, binnen het gebied waarvan de vereniging haar zetel heeft.

ARTIKEL 19
Ontbinding en vereffening

  1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene ledenvergadering in een vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat daarin ontbinding van de vereniging zal worden voorgesteld. De termijn voor de oproeping tot die vergadering moet tenminste twee weken bedragen.
  2. Op het besluit tot ontbinding is het bepaalde in artikel 17 lid 3 voor wijziging van de statuten van overeenkomstige toepassing.
  3. Bij het besluit tot ontbinding wijst de algemene ledenvergadering vereffenaars aan. Indien zij geen vereffenaars heeft aangewezen, geschiedt de vereffening door het bestuur.
  4. Een eventueel batig saldo vervalt aan een andere kynologische vereniging.
  5. De vereniging houdt op te bestaan op het tijdstip waarop geen aan haar, dan wel aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn. De vereffenaars doen hiervan opgaaf aan de registers waar de vereniging is ingeschreven.
  6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging gedurende tien jaren berusten onder de jongste vereffenaar.

Een notariële akte van deze statuten is opgemaakt op 10 oktober 2000.
STATUTEN van de vereniging: NEDERLANDSCHE BRIARD CLUB,
opgericht op 6 april 1942, statutair gevestigd te Rotterdam